Klein wordt groot in een boek – International children’s book day 2 april 2018
Klein wordt groot in een boek
Inese Zandere
Mensen neigen naar ritme en regelmaat, zoals magnetische energie chemische elementen ordent in een scheikundig experiment, of zoals een sneeuwvlok uit water kristallen maakt. Bij sprookjes of gedichten houden kinderen van herhaling, van refrein en universele motieven omdat ze telkens weer worden herkend: ze brengen regelmaat aan in een tekst. Zo is de wereld mooi geordend. Ik weet nog goed hoe ik als kind worstelde met rechtvaardigheid en symmetrie, met gelijke rechten voor links en rechts: als ik op tafel trommelde, telde ik hoe vaak ik dat met iedere vinger deed, zodat de andere vingers zich niet achtergesteld voelden. Ik applaudisseerde meestal met mijn rechter- op de linkerhand, tot ik dat oneerlijk ging vinden en mezelf leerde het andersom te doen: met links op rechts. Die instinctieve drang tot evenwicht is wel grappig, maar toont tegelijk de behoefte aan om de wereld niet naar één kant door te laten slaan. Ik had het gevoel dat ik moest zorgen voor evenwicht in álles.
Zo komt ook het plezier van kinderen in gedichten en verhalen voort uit hun behoefte om orde aan te brengen in een chaotische wereld. In die onoverzichtelijkheid moet structuur worden aangebracht. Kinderrijmpjes, volksliedjes, spelletjes, sprookjes, poëzie – al die ritmisch geordende tekstvormen helpen kinderen om hun plaats te vinden in de grote warboel. Ze scheppen een instinctief bewustzijn dat orde mogelijk is in de wereld en dat iedereen daarin een eigen, unieke plek inneemt. Naar dit doel werkt alles toe: de ritmische vorm van de tekst, de geregelde zinnen en het grafisch ontwerp van een pagina, de indruk die het boek geeft van een goedgeordend geheel. Het grote laat zich kennen in het kleine. Dat beelden we uit in kinderboeken, ook als we daarbij niet aan God of fractalen denken. Een kinderboek is een wonderbaarlijke kracht bij de diepste wens en mogelijkheden van heel jonge mensen om zichzelf te zijn. Het boek is een versterking van hun levensmoed.
In een boek is klein altijd groot, en wel meteen, niet pas wanneer ze volwassen zijn. Een boek is een mysterie waarin je iets vindt wat je niet bewust zocht, of iets wat buiten je bereik lijkt. Wat jonge lezers nog niet met hun verstand kunnen bevatten, blijft toch als inprenting in hun bewustzijn achter en werkt ook door als het niet helemaal is begrepen. Een prentenboek kan ook voor volwassenen als een schatkist van wijsheid en cultuur fungeren, zoals kinderen die een boek voor volwassenen lezen daarin hun eigen verhaal vinden, de suggestie van hun latere leven. Culturele context vormt mensen, is een voedingsbodem voor zowel indrukken van een naderende toekomst als voor zware ervaringen waar ze doorheen zullen moeten, met behoud van hun eigenheid.
Een kinderboek symboliseert respect voor de grootsheid van het kleine. Het verbeeldt een wereld die steeds als nieuw wordt geschapen, met een speelse en heerlijke ernst; zonder die laatste zou alles – inclusief jeugdliteratuur – zinloos gedoe zijn.
(Vertaald door Annelies Jorna)


