mailmunch-forms-widget-1003886
top of page

Annemarie Bon en Gertie Jaquet naar de BiB


pozvanka-rovnaka-strana

Annemarie Bon

‘Als de illustraties uit Hiep hiep Haas door IBBY-Nederland worden geselecteerd voor de Biennial of Illustrations in Bratislava, dan gaan wij er samen naartoe.’ Dat hadden Gertie Jaquet en ik afgesproken en daar hielden we ons ook aan, toen Gerties illustraties inderdaad op deze beroemde internationale tentoonstelling kwamen te hangen.

We grepen meteen maar de gelegenheid aan om er een zesdaags tripje van te maken: vliegen naar Boedapest, na een kort verblijf met de trein naar Bratislava, vandaaruit met de boot over de Donau naar Wenen en ten slotte met de nachttrein naar huis.

Het werd een reis om nooit te vergeten, waarbij we van het ene uiterste in het andere vielen. Van het chique Gellert Badhuis tot vervallen ruïne-café’s in Boedapest; van de pracht en praal van het stinkend rijke Wenen tot armoedige hoogbouw uit de sovjet-tijd; van het Kunsthistorisch Museum in Wenen en de excellente, inspirerende BIB-tentoonstelling tot aan de restanten van het voormalige getto in Boedapest; van een botte ontvangst aan de openbaar vervoerloketten in Bratislava tot aan het warme bad tijdens de opening van de biënnale.

Want in wat voor feest kwamen Gertie en ik terecht! Het was een eerbetoon aan alle makers van kinderboeken en een erkenning voor ons aller werk. ‘Een prentenboek is de eerste galerie waar een kind komt’ en ‘Zelfs één boek kan de wereld beter maken’ waren uitspraken die me zijn bijgebleven. En heel treffend zei Wally de Doncker (president van IBBY-internationaal en Vlaams kinderboekenschrijver): ‘Wij moeten een front vormen tegen de voortschrijdende commercialisering. Alleen het beste is goed genoeg voor kinderen.’ Wat heerlijk om te midden van dit bevlogen internationale gezelschap te verkeren, waar het bij ons werk thuis inderdaad meestal vooral gaat om oplagecijfers en winst en het kind op de laatste plaats lijkt te komen of gebruikt wordt om geld aan te verdienen.

Maar de grootste confrontatie vonden wij echter de duizenden vluchtelingen die we op onze reis tegenkwamen. Het was de week van het aangespoelde Syrische jongetje op het strand van Griekenland. We zagen nu zelf de vluchtelingen met duizenden bivakkeren in de hallen van de metro en op de trappen naar het station en het plein daaromheen. En toen we de dag daarna met de trein naar Bratislava wilden (van Hongarije naar Slowakije) bleken alle internationale treinen gecanceld.

Ons was geadviseerd om de trein naar Györ te nemen. Op het perron zagen we met eigen ogen hoe de mensen zich in die overvolle trein wurmden en hoe kinderen huilend door de raampjes geduwd werden. We wisten meteen dat we niet in die trein wilden en zijn op zoek gegaan naar een taxi. Voor ons een klein ongemak, voor alle vluchtelingen een levensdrama. De taxichauffeur had in Bratislava overigens nog wat moeite om het juiste adres te vinden. Niemand wilde een gele Boedapest-taxi helpen. Uit concurrentieoverwegingen? De vluchtelingen zijn tot aan het eind met ons meegereisd. Ook in de nachttrein naar Keulen ging een goed georganiseerde groep mee, op weg naar Zweden. Zij op weg naar een onzekere toekomst, wij weer op weg naar ons veilige thuis.

bottom of page